prulachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  prulachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• prul·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van prul met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	prulachtig	prulachtiger	prulachtigst
verbogen	prulachtige	prulachtigere	prulachtigste
partitief	prulachtigs	prulachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

prulachtig

1. lijkend op of eigenschappen hebbend van prul, van slechte kwaliteit

   • Wat heb je nu weer voor prulachtige rotzooi gekocht zei de man toen hij zijn vrouw van de rommelmarkt zag terugkomen. 

Gangbaarheid

• Het woord prulachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.