Een rommelmarkt in Lisse (1985)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rom·mel·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rommelmarkt rommelmarkten
verkleinwoord rommelmarktje rommelmarktjes

Zelfstandig naamwoord

de rommelmarktv / m

  1. markt voor tweedehands goederen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord rommelmarkt rommelmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rommelmarkt

  1. rommelmarkt; markt voor tweedehands goederen
Synoniemen


Veluws

enkelvoud meervoud
naamwoord rommelmarkt rommelmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rommelmarkt

  1. rommelmarkt; markt voor tweedehands goederen