proveniershuis
  • pro·ve·niers·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord proveniershuis proveniershuizen
verkleinwoord proveniershuisje proveniershuisjes

het proveniershuiso [1]

  1. een wooncomplex waar bewoners zich voor een eenmalig bedrag inkochten en vervolgens levenslang 'gratis' kost en inwoning genoten
     In de eerste dagen van September waren Dolf, Bertus, Jaap en Nico naar de Burgeravondschool gegaan in het Proveniershuis.[2]