• pro·test·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord protestbeweging protestbewegingen
verkleinwoord

de protestbewegingv

  1. groep mensen die laat merken dat ze het ergens niet mee eens is
     San Francisco 49ers nam aan het einde van dat jaar afscheid van Kaepernick, die als symbool van de protestbeweging tot zijn eigen frustratie nergens meer aan de bak kon komen.[2]
     "Een duidelijke overeenkomst tussen de twee jaren is dat de machtshebbers meer en meer politie inzetten en niet ingaan op de oorzaken van de demonstraties", zegt historicus Heather Ann Thompson, die onderzoek deed naar protestbewegingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Felle kritiek op donatie San Francisco 49ers: 'Niemand wil jouw geld'” (31-05-2020), NOS
  3.   Weblink bron “'Trump gebruikt zijn eigen falen als argument om hem opnieuw te verkiezen'” (03-06-2020), NOS