profcontract
- prof·con·tract
- samenstelling van prof zn en contract zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | profcontract | profcontracten |
verkleinwoord | profcontractje | profcontractjes |
het profcontract o
- (sport) (economie) overeenkomst waarin de arbeidsvoorwaarden van een beroepssporter zijn vastgelegd
- ▸ Op haar cv prijken niet alleen maar sportprestaties. Ze heeft een master Epidemiologie op zak. En ze heeft ook werkervaring, opgedaan in een leven vóór 2008, het jaar waarin ze haar eerste profcontract tekende (bij de wielerploeg met de prachtige naam Vrienden van het Platteland).[1]
- ▸ De drie Afghaanse deelneemsters wonen in Italië, waar ze als vluchteling naartoe trokken. In oktober won Fariba Hashimi (20) het nationaal kampioenschap in Aigle, voor haar oudere zus Yulduz (23). Beiden werden daarvoor beloond met een profcontract bij Israel-Premier Tech. Nummer drie Rezayee rijdt voor Valcar, de Italiaanse ploeg van onder anderen Silvia Persico.[2]
- Het woord profcontract staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Afscheidsweek Van Vleuten: 'Iemand als ik kan over tien jaar Tour niet meer winnen'” (5 september 2023, 08:27), NOS
- ↑ Weblink bron Arthur Huizinga“Met vallen en opstaan: Afghaanse WK-debutanten dromen van Spelen in Parijs” (9 augustus 2023, 10:32), NOS