proefgetal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: proefgetal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- proef·ge·tal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van proef en getal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | proefgetal | proefgetallen |
verkleinwoord | proefgetalletje | proefgetalletjes |
Zelfstandig naamwoord
het proefgetal o
- (wiskunde) getal dat men bij het maken van een negenproef of elfproef als rest overhoudt
- door dit proefgetal als extra controlecijfer toe te voegen heeft men een controlemogelijkheid op waarschijnlijke correctheid van een cijferreeks op b.v. transmissiefouten
Gangbaarheid
- Het woord 'proefgetal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.