• pro·bleem·zoe·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord probleemzoeker probleemzoekers
verkleinwoord probleemzoekertje probleemzoekertjes

de probleemzoekerm

  1. man die moeilijkheden en ruzie veroorzaakt; iemand die moeilijkheden niet uit de weggaat
    • ‘Ik heb de reputatie van probleemzoeker. Dat ben ik niet. Maar hoe krijg je dingen opgelost in België? Door problemen te zoeken of een compromis. En een compromis in topsport werkt niet. En bewijs ik dat niet? Goud en zilver op de Spelen, wie kan dat zeggen, behalve Jean-Marie Dedecker?’ [1] 
    • Op termijn moeten we alle supporters die haatboodschappen verkondigen, zich racistisch opstellen en zich gewelddadig gedragen, filteren uit het voetbal. Ik heb er vertrouwen in dat de politie alle probleemzoekers stopt.' [2] 
    • Evy is vervreemd van haar rijke ouders, die bezwaar maken tegen haar romance met probleemzoeker Nick. Door de ogen van Evy (en het strakke beeldframe) bekeken zijn haar ouders van alles vervreemd in hun klinisch-architectonische villa. [3] 
  1. De Standaard 12 AUGUSTUS 2016 OM 07:00 UUR | dominique minten en hans jacobs ‘Hij kan zwemmers laten pieken: fysiek en mentaal’
  2. De Standaard 22/07/2015 Zelfs Israëlisch parlement debateert over fans Beitar Jeruzalem: 'Criminele bende'
  3. Het Parool 1 MAART 2012 170 Hz ****