• pro·bleem·ge·drag
enkelvoud meervoud
naamwoord probleemgedrag
verkleinwoord

het probleemgedrago

  1. manier van doen waar iemand zelf, of de omgeving last van heeft
    • Komend jaar verwacht ze de eerste resultaten van twee onderzoeken waarmee ze bezig is. Er wordt gekeken of de betrokkenheid van de vader van invloed is op de taalontwikkeling van een kind. Het tweede onderzoek gaat over of een kind dat gehecht is aan een vader (of vaderfiguur) op de lange termijn minder probleemgedrag vertoont.[1] 
    • Bij de overheid en hulpverlening is er te weinig aandacht voor de achterliggende oorzaak, de focus ligt op het probleemgedrag. 'Zolang we Marokkaanse jeugdcriminelen eenzijdig als schoffies blijven benaderen, zul je de criminaliteitscijfers veel moeilijker terug kunnen dringen', stelt ze.[2]