• pri·o·ri·te·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord prioritering prioriteringen
verkleinwoord

de prioriteringv

  1. het proces waarmee men bepaalt welke zaken men het eerst doet en welke zaken later
     Dettmeijer denkt wel dat problemen bij de politie mogelijk de oorzaak zijn voor het lagere aantal zaken dat het OM heeft bereikt. In het rapport staat dat het "zorgelijk is dat een verminderde capaciteit, andere prioritering en expertiseverlies bij de politie" een rol spelen.[1]
     ‘Met het beschikbare budget stellen we een prioritering op en streven we ernaar de grootste risico’s in te perken’, aldus het college in de antwoordbrief.[2]
     Het dienstenpakket dat burgers in een gemeente willen, kan best op prioritering verschillen, maar is grotendeels gelijk. We willen dat de straten er goed bij liggen, het vuilnis op tijd wordt opgehaald en dat de dienst parkeerbeheer ophoudt met bonnen schrijven. Ik doe maar een greep.[3]


  1.   Weblink bron “Mensenhandelaren vaak opmerkelijk jong” (30-09-2016), NOS
  2.   Weblink bron
    Wim Goorhuis
    “Tubbergen heeft te weinig geld voor onderhoud bomen: ‘Risico’s inperken’” (20-10-2020), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Dr. Doom
    “Waarom kopen burgers eigenlijk niet een gemeenteraad bij afslag?” (13/03/2014), HP de Tijd