• pri·o·ri·teit
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorrang’ voor het eerst aangetroffen in 1604 [1]
  • afgeleid van het Franse priorité of van prior met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord prioriteit prioriteiten
verkleinwoord - -

de prioriteitv

  1. een rangschikking naar belangrijkheid, een zaak gerangschikt naar zijn ingeschat belang
    • We moeten de prioriteiten goed in de gaten houden. 
  2. voorrang
     Ik heb besloten om mijn familie thuis prioriteit te geven.’[3]
     Van Os stelt dat het prioriteit is om emissiearme stallen verder te ontwikkelen. "Bijvoorbeeld als mest en urine apart worden opgevangen en buiten de stal worden opgeslagen." Wakker Dier hoopt dat megastallen verboden worden vanwege de risico's die ze meebrengen voor dieren bij brand of ziekte.[4]
  3. prioriteitsaandeel of prioriteitsobligatie
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. "prioriteit" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. prioriteit op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “Aantal megastallen is in vijf jaar met bijna een kwart gestegen” (29 juni 2022), NU.nl
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be