printwerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  printwerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• print·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  printen ww  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	printwerk	printwerken
verkleinwoord	printwerkje	printwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het printwerk o

1. iets wat gedrukt is met behulp van een printer

   • De Almelose ondernemingen Lulof Druktechniek en Dutchmail zetten samen een nieuw grafisch bedrijf in de markt: Next. De nieuwkomer is specialist in het verzorgen van druk- en printwerk, mailingen en grafische afwerking. Het twee jaar oude Dutchmail gaat helemaal op in het nieuwe Next, Lulof brengt wat kleine bedrijfsonderdelen onder in de nieuwe zaak.  
   • Repro Twente aan de Dorpsmatenstraat in Hengelo bestond vier jaar en was gespecialiseerd in kopieer- en (digitaal) printwerk. Curator is mr. Van Wijk.  
   • Een kunstmarktplaats, noemt Dirk van Beest zijn Atelier Céramique in het historische centrum van Barendrecht. Hij verkoopt er lijsten, exclusieve verlichting, lampenkappen, printwerk, glaskunst, etsen, schilderijen. En sinds kort heeft hij een expositieruimte op de verbouwde bovenverdieping. „Alleen voor kunstenaars die goede kwaliteit leveren.”  

Synoniemen

• drukwerk, afdruk

Gangbaarheid

• Het woord 'printwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "printwerk" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.