prijsstelling
- prijs·stel·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prijsstelling | prijsstellingen |
verkleinwoord |
de prijsstelling v
- het bepalen van wat iemand moet betalen om een product te verwerven
- ▸ Stunnenberg spreekt van "een exorbitante prijsstelling" en "we worden in een houdgreep genomen door de farmaceut. Dat is onacceptabel." De kwestie komt zaterdag aan de orde in het tv-programma Kassa. Daar zal ook minister Bruno Bruins (medische zorg) reageren.[2]
- ▸ Ooit begonnen als budgetmerk bouwt Dacia serieuze auto’s met moderne technieken. Maar de gunstige prijsstelling is gebleven. Dacia levert veel van zijn modellen tegenwoordig met een lpg-installatie en dat heeft een zeer gunstige invloed op de kilometerkostprijs.[3]
1. het bepalen van wat iemand moet betalen om een product te verwerven
- Het woord prijsstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Onrust om kostenstijging spierziektemedicijn” (01-11-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Tony Vos“Betaalbaarheid speelt Dacia dubbel in de kaart” (12-09-2020), Reformatorisch Dagblad