prepper
- prep·per
- van het Engelse 'to prepare' (voorbereiden)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prepper | preppers |
verkleinwoord | - | - |
de prepper m
- iemand die zich voorbereid (met name op het einde der tijden)
- De prepper had een zodanige overlevingsdrang dat hij eerst een overlevingstocht maakte en toen een overlevingscursus volgde waarin hem werd geleerd hoe hij zijn overlevingskans kon verhogen door de aanschaf van een overlevingspak en de nodige overlevingspakketten (waaronder een grote hoeveelheid wc-papier)
- Het woord prepper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.