overlevingskans
- over·le·vings·kans
- samenstelling van overleving zn en kans zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlevingskans | overlevingskansen |
verkleinwoord | overlevingskansje | overlevingskansjes |
- de kans op overleven
- Na een zware hartoperatie is de overlevingskans slechts 1 op 5
- Het woord overlevingskans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.