potter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pot·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van potten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | potter | potters |
verkleinwoord | pottertje | pottertjes |
Zelfstandig naamwoord
de potter m
- iemand die zijn geld oppot
- (verouderd) pottenbakker
- soort schip
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord potter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "potter" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be