postzegelverzameling
- post·ze·gel·ver·za·me·ling
- samenstelling van postzegel zn en verzameling zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postzegelverzameling | postzegelverzamelingen |
verkleinwoord | postzegelverzamelinkje postzegelverzamelingetje |
postzegelverzamelinkjes postzegelverzamelingetjes |
de postzegelverzameling v
- groep bij elkaar gespaarde postzegels
- ▸ Bij mensen met schilderijen of een postzegelverzameling.[2]
- ▸ Via enkele omzwervingen belandde de zegel in handen van Philippe la Renotiere von Ferrary, een graaf uit Oostenrijk-Hongarije die waarschijnlijk de meest complete postzegelverzameling ter wereld bezat. Zijn verzameling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door Frankrijk in beslag genomen, opgedeeld en verkocht. In 1922 betaalde een Amerikaans textielmagnaat 35.000 dollar. Een record voor één enkele zegel.[3]
1. groep bij elkaar gespaarde postzegels
- Het woord postzegelverzameling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “'Mona Lisa' der postzegels te koop” (17-06-2014), NOS