popeline
- po·pe·li·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1749 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | popeline | - |
verkleinwoord | - | - |
- licht, halfzijden, glanzend weefsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | popeline |
verbogen | |
partitief | popelines |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
popeline [3] [4]
- gemaakt van popeline
- Het woord popeline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "popeline" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "popeline" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ popeline op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be