• po·ly·theen
enkelvoud meervoud
naamwoord polytheen -
verkleinwoord - -

het polytheeno

  1. elastische kunststof, verkregen door polymerisatie van etheen eigenlijke naam dus polyetheen of polyethyleen
stellend
onverbogen polytheen
verbogen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

polytheen

  1. gemaakt van polytheen
81 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be