Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·me·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
polymeriseren
polymeriseerde
gepolymeriseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

polymeriseren

  1. ergatief (scheikunde) een chemische reactie ondergaan waarbij kleinere moleculen zich aaneenrijgen tot een lange keten
    • Die epoxyhars moet nog enige tijd uitharden tot het geheel gepolymeriseerd is. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid