Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·gen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord polygender polygenders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de polygenderv / m

  1. persoon met meerdere genderidentiteiten
stellend
onverbogen polygender
verbogen
partitief polygenders

Bijvoeglijk naamwoord

polygender

  1. meerdere genderidentiteiten hebbend

Gangbaarheid

Meer informatie