• po·li·tie·ver·hoor
enkelvoud meervoud
naamwoord politieverhoor politieverhoren
verkleinwoord

het politieverhooro

  1. (juridisch) gesprek waarbij de politie inlichtingen probeert te verkrijgen van een verdachte
     Ik ben opgeroepen voor een politieverhoor, zei ik.[1]
     Doordat de brandwonden van de aanslagpleger ernstig zijn is het politieverhoor nog niet gestart.[2]
  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  2.   Weblink bron “'Aanslagpleger beschuldigde Japanse tekenfilmstudio van plagiaat'” (19-07-2019), NOS