Nederlands

 
politiecel
Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politiecel politiecellen
verkleinwoord politiecelletje politiecelletjes

Zelfstandig naamwoord

de politiecelv / m

  1. een afgesloten ruimte in een politiebureau waarin arrestanten kunnen worden vastgezet.
     Hun kind was intussen in een politiecel gecrepeerd.[1]
     Bij zijn aanhouding verzette de man zich en beet hij de agent, meldt Omroep Zeeland. De man is na zijn aanhouding naar een politiecel gebracht. Volgens de politie bleef hij zich daarbij misdragen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Man bijt politieagent in been bij aanhouding” (09-06-2020), NOS