• po·li·tie·blad
enkelvoud meervoud
naamwoord politieblad politiebladen
verkleinwoord

het politieblado [1]

  1. (media) tijdschrift voor politieagenten
     Hij zou kijken alsof hem gevraagd was naakt te poseren in het politieblad.[2]
     Recherche-teamleider Joost Heijn meldt in het politieblad dat het gaat om ‘een zeer voorzichtige schatting’. De Nederlandse recherche is ook al geruime tijd bezig met een onderzoek naar deze criminele activiteiten. Hierbij zou onder meer een autobedrijf in Hoogeveen betrokken zijn geweest.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Håkan Nesser
    “Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
  3.   Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “‘Bende waste miljard euro wit met handel in exclusieve occasions’” (02-01-2020), Tubantia