polderjongen
- pol·der·jon·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polderjongen | polderjongens |
verkleinwoord | - | - |
de polderjongen m
- stoere arbeider die werkte bij het bedijken en inrichten van polders, droogmakerijen en andere grondwerken
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord polderjongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.