een boomloze grasvlakte in Hongarije
  • poes·ta
  • Leenwoord uit het Hongaars, in de betekenis van ‘grassteppe’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • uit het Hongaars [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord poesta poesta's
verkleinwoord

de poestav / m

  1. Hongaarse boomloze grasvlakte, grassteppe
    • Het denken over Hongaren als wendbare ruiters die in de negende eeuw de poesta veroverden en omgedraaid in het zadel met pijl en boog successen boekte tegen de Ottomanen en de Oostenrijkers, is razend populair in rechtse kringen. Daar wordt gedweept met traditie. [3] 
    • Dit klimaat wordt niet alleen gevoed door de politieke uitingen, ook de feitelijke vluchtelingensituatie in het land van goulash en poesta speelt een rol. Vanuit het zuiden komen veel vluchtelingen Hongarije binnen, zó veel dat de regering een muur bouwt langs de grens met Servië. ,,Verhoudingsgewijs heeft Hongarije na Zweden de meeste vluchtelingen van de EU." [4] 
55 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[5]