Nederlands

 
1. Poepspetters op de wanden van een toiletpot.
Uitspraak
Woordafbreking
  • poep·spet·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poepspetter poepspetters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de poepspetterm

  1. spat van uitscheiding uit de darmen van mens of dier
     We zien de kalverenstal en melkstal. Het is er zó schoon. Geen poepspetter aan de wand.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Reisverslag Canada di 23 juni - zo 5 juli 2015” (25 juni 2015) op Trekkerskieken.nl: Reizen voor tractorfans!