• poe·pe·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord poeperij poeperijen
verkleinwoord

de poeperijv

  1. (informeel) (medisch) diarree
    • De geuren van het land van je jeugd. (Waarom is alles uit je kindertijd zo sterk op de lei van je geheugen gegrift? De geur van gemaaid gras. Koemest, waarmee elke landbouwer zonder voor milieuverrader te worden uitgemaakt vrijelijk kon omgaan. Toch kikkers en schone sloten. Je moest het bij voorkeur niet doen, maar als je echt heel erge dorst had, kon je het water uit zo'n sloot vol kikkers en salamanders met gemak drinken zonder al te grote angst voor poeperij of woeste windkak.) [2] 
    • Soms loopt het mis. Zoals een muziekvriend van me die met de vrouw van een dirigent naar bed ging omdat hij de notenzwaaier niet kon vergeven dat hij hem af en toe voor het hele orkest te kakken zette, vooral in de aanwezigheid van zijn vrouw, een kloeke zangeres met de wilskracht en omvang van een rinoceros. Dirigent naar Milaan en vriend met zijn vrouw naar bed. Rettetet. Mooi niet. Concert ging niet door, nog een geluk dat de wettige echtgenoot de poeperij had en langer op de wc bleef dan normaal. [3] 
  2. het poepen
    • Wel zijn de argumenten voor sommige aanbevelingen op zijn zachtst gezegd verrassend. Waarom moet u bijvoorbeeld volkorenbrood eten? U denkt aan vitamines en mineralen, maar vitamines komen in het advies vrijwel niet voor. Volkorenbrood is rijk aan vezel, goed voor de poeperij, maar de effecten van voeding op constipatie doen in het rapport niet mee, net als die op voedselallergie, botbreuken of tandbederf; zelfs obesitas krijgt weinig aandacht. [4] 
84 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Jean-Paul Franssens 9 mei 1994 Yn Fryslân
  3. NRC Jean-Paul Franssens 2 juni 2000 Andere koek
  4. NRC Martijn Katan 7 november 2015 De zwakke punten van het nieuwe voedingsadvies
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be