poëticaal
- po·ë·ti·caal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | poëticaal | poëticaler | poëticaalst |
verbogen | poëticale | poëticalere | poëticaalste |
partitief | poëticaals | poëticalers | - |
poëticaal
- (dichtkunst) betrekking hebbend op de dichtkunst
- ▸ Thomas Vaessens heeft bijvoorbeeld mijn roman De literaire kring heel verstandig en poëticaal gelezen, maar als hij hem probeert te plaatsen in een groot sociologisch verhaal, dan gaat het verschrikkelijk mis.”[1]
- ▸ In de gedichten die ik nu schrijf gebruik ik meer spreektaal. Het is minder opzichtig poëticaal dan vroeger.[2]
- ▸ Pfeijffer koos volgens de VSB-jury doelbewust voor de traditionele en bijna vergeten vorm van het klassieke gedicht in rijmende alexandrijnen. "Op zich is dit al een poëticale provocatie die een discussie aangaat met de actuele poëzie, ook van hemzelf in eerder werk:[3]
- Het woord poëticaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poëticaal" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Weblink bron “Literatuur is meer dan moralisme” (01/05/2009), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Kevin van Vliet“Gustaaf Peek: ‘Ik grijp elk excuus voor romantiek aan’” (06/02/2015), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “VSB poëzieprijs voor Ilja Leonard Pfeijffer” (27-01-2016), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be