pluimachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pluimachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pluim·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van pluim met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	pluimachtig	pluimachtiger	pluimachtigst
verbogen	pluimachtige	pluimachtigere	pluimachtigste
partitief	pluimachtigs	pluimachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

pluimachtig

1. gelijkend op of eigenschappen hebbend van een pluim

   • De modieuze vrouw had een pluimachtige verentooi op haar hoofd. 

Synoniemen

• pluizig

Gangbaarheid

• Het woord pluimachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.