plenipotentiaris
- ple·ni·po·ten·ti·a·ris
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plenipotentiaris | plenipotentiarissen |
verkleinwoord |
- afgevaardigde met volmacht
- De verklaringen en bewijzen worden officieel bekrachtigd door de een 'plenipotentiaris', een gevolmachtigde minister.
stellend | |
---|---|
onverbogen | plenipotentiaris |
verbogen |
plenipotentiaris
- minister plenipotentiaris: Gevolmachtigd minister
- Het woord 'plenipotentiaris' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.