plasmacel
  • plas·ma·cel
enkelvoud meervoud
naamwoord plasmacel plasmacellen
verkleinwoord

de plasmacelv / m

  1. (anatomie) immunoglobulinen producerende cellen die ontstaan zijn uit B-lymfocyten en vooral gekenmerkt worden door een grote hoeveelheid cytoplasma, een excentrisch gelegen kern die een radstructuur vertoont en een perinucleair optisch leeg hofje
     De 'thuischemo' richt zich vooralsnog op patiënten met Multipel Myeloom, zij hebben een kwaadaardige woekering van plasmacellen, meestal in het beenmerg.[1]
     Uit één donatie haalt de bloedbank twee soorten bloedproducten: bloedplaatjes en rode bloedcellen en plasmacellen. “Die worden aan meerdere patiënten toegediend,” vertelt Heckert.[2]
66 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “Erasmus MC doet proef met 'thuischemo'” (30 aug. 2015), De Telegraaf
  2.   Weblink bron
    Jessy de Cooker
    “Hoe een zeldzame hersenaandoening bloeddonatie dwarsboomt” (24/08/2016), HP de Tijd
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be