plascontract
- plas·con·tract
- samenstelling van plas ww en contract
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plascontract | plascontracten |
verkleinwoord | plascontractje | plascontractjes |
het plascontract o
- een contract waarin een verpleeghuis met een bewoner van dat verpleeghuis afspreekt hoe vaak iemand per dag naar het toilet mag
- Je moet er toch niet aan denken dat je ouders eerst een plascontract moeten tekenen voordat ze naar het verpleeghuis mogen.
- Het woord 'plascontract' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.