plasboot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·boot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plas ww en boot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plasboot | plasboten |
verkleinwoord | plasbootje | plasbootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een boot die aangemeerd wordt waarop mensen naar het toilet kunnen gaan
- Tijdens een groot evenement werd in Amsterdam een plasboot aangemeerd.
Gangbaarheid
- Het woord 'plasboot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.