planterij

Niet te verwarren met: plantenrij

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  planterij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plan·te·rij

Woordherkomst en -opbouw

• naamwoord van handeling planten met het achtervoegsel -erij

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	planterij	planterijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de planterij v

1. het in de grond stoppen van planten
2. het resultaat van het in de grond stoppen van planten

Synoniemen

• [1] planting
• [2] beplanting, aanplant

Gangbaarheid

• Het woord planterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "planterij" herkend door:

73 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.