planta ut

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

har planta

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

planta ut

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van planta ut


  • plan·ta ut
  • Woordengroep van de Nynorske woorden  planta ww  "planten" en  ut bw  "uit"
vervoeging
onbepaalde wijs plante ut
planta ut
tegenwoordige tijd plantar ut
verleden tijd planta ut
voltooid
deelwoord
planta ut
onvoltooid
deelwoord
plantande ut
lijdende vorm plantast ut
gebiedende wijs plant ut
planta ut
plante ut
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

planta ut

  1. overgankelijk, (plantkunde) verplanten, verpoten, verpotten

planta ut

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

har planta

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

planta ut

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van planta ut

planta ut

  1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van planta ut

planta ut

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

har plante

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van planta ut

planta ut

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van planta ut

planta ut

  1. tegenwoordige tijd gebiedende wijs van planta ut