• plan·tet ut

plantet ut

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante ut

har plantet

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van plante ut

plantet ut

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van plante ut