Nederlands

 
plaatstaal gebruikt voor het verstevigen van een boot
Uitspraak
Woordafbreking
  • plaat·staal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatstaal
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het plaatstaalo

  1. (metallurgie) door walsen plat gemaakt staal
    • ‘De haven boekt met 3,7 miljoen ton inzake conventioneel stukgoed voor het tweede jaar op rij een record. Staalplaten, plaatstaal en plaatijzer zijn hierbij de belangrijkste goederen. [1] 
    • Vijf dagen lang verliep de reis voorspoedig, maar op het moment dat de groep in een klein gebouwtje in een nauw dal op ongeveer 1900 meter hoogte aan het lunchen was, begon de aardbeving: 'Het gebouw had een dak van plaatstaal, het gaf een enorm lawaai, het trilde alsof er een locomotief doorheen denderde.' [2] 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 06/ januari /2017
  2. Volkskrant Thomas Hogeling 1 mei 2015