pitomba
- (IPA in voorbereiding)
- pi·tom·ba
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pitomba | pitomba's |
verkleinwoord |
pitomba
- (bloemplanten) Eugenia luschnathiana een plant uit de mirtefamilie (Myrtaceae ). Het is een struik of tot 9 m hoge, groenblijvende boom, die endemisch is in Bahia, een deelstaat van Brazilië. De bladeren zijn tegenoverstaand, langwerpig-lancetvormig, tot 7,5 cm lang, glanzend donkergroen aan de bovenzijde en dof bleekgroen aan de onderzijde. De witte bloemen groeien aan lange bloemstelen in de bladoksels. Ze bestaan uit vier kroonbladeren
- (bloemplanten) Eugenia luschnathiana een tot 15 m hoge boom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae) met een brede kroon
- (fruit) De tot 3 cm grote, ronde vruchten groeien dicht opeen in trossen. De sappige, glazig-witte, 5 mm dikke zaadmantel is zuur-aromatisch van smaak
- [1] mirtefamilie, zaadplanten, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten
- [2] zeepboomfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
- Het woord 'pitomba' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] pitomba op Wikidata