piren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piren | pirens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
piren
- (straalvinnigen) benaming voor kleine Zuid-Amerikaanse roofvissen uit de onderfamilie Serrasalminae
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord piren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.