pinteriaans
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pinteriaans (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpɪntəriˈjans / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- pin·te·ri·aans
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem gevormd met met het achtervoegsel -iaans uit de familienaam van de 20e-eeuwse Engelse toneelschrijver H. Pinter , geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.C
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pinteriaans | pinteriaanser | pinteriaanst |
verbogen | pinteriaanse | pinteriaansere | pinteriaanste |
partitief | pinteriaans | pinteriaansers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pinteriaans
- (toneel) in de stijl van de toneelschrijver Harold Pinter, gekenmerkt door een precies uitgekiende opbouw van natuurlijk klinkende dialogen en een dreigende sfeer in een besloten ruimte
- ▸ Het eerste deel lijkt nog het meest op een pinteriaans toneelstuk, waarin in kale dialoogvorm een vrouw en een schilder om elkaar heen draaien, elkaar begerend en dan toch weer afwijzend.[1]
Schrijfwijzen
- Pinteriaans (officiële spelling tot 2006)
Gangbaarheid
- Het woord pinteriaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Als je weg bent: over Patricia de Martelaere” (2013), Prometheus, Amsterdam, ISBN 9789044623932