pijpenstelen regenen
- Geluid: pijpenstelen regenen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɛipə(n)ˌstelə(n) ˈreɣənə(n) / (7 lettergrepen)
- pij·pen·ste·len re·ge·nen
- verbinding van pijpenstelen en regenen, waarbij de stralen regenwater worden vergeleken met de dunne, lange stelen van Goudse pijpen , in de betekenis "hard regenen" aangetroffen vanaf 1846 (zie vindplaats hieronder) [1] [2]
pijpenstelen regenen
- onpersoonlijk (meteorologie) vallen van neerslag in de vorm van heel veel grote druppels tegelijk
- bakstenen regenen
- hozen
- katten en honden regenen
- koeienstaarten regenen
- met bakken uit de hemel regenen
- oude wijven regenen
- pieken regenen
- plenzen
- regenen dat het giet
- scheermessen regenen
- stortregenen
- stront regenen
- telegraafdraden regenen
- Het woord pijpenstelen regenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Het regent pijpestelen” (19-06-2019) op onzetaal.nl
- ↑ Weblink bron Marcel aan de Brugh“Met informatie red je het klimaat niet” (5 april 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron J. KneppelhoutSlecht weêr in Zwitserland in: Nederlandsche volks-almanak (1846), S.E. van Nooten, Schoonhoven, p. 131