piëtist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·ë·tist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piëtist | piëtisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de piëtist m
- aanhanger van het piëtisme
- ▸ In alle boeken van Bridges valt op hoe grondig hij zich voorbereidt en hoe belezen hij is. Het regent citaten van theologen uit een zeer breed spectrum. Van Alleine tot Zwingli, van Thomas Shepard tot Thomas Scott, en van de piëtist Félix Neff tot wat de grote Franse rooms-katholieke kanselredenaars te berde brachten over preektechniek en zielzorg.[2]
- ▸ De tweede vermeerderde druk, die zowel in het Engels als in het Duits verscheen, geeft een goed beeld van deze onbekende piëtist, die met veel ontberingen en lichaamszwakte had te kampen. Hij pionierde in Mombasa, gelegen in het tegenwoordige Kenia, in oostelijk Afrika.[3]
- overdreven vroom persoon
Synoniemen
- [2] kwezel
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'piëtist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "piëtist" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ piëtist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Anton Stam“Charles Bridges deelde zijn enorme kennis met velen” (31-05-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron L. J. van Valen“Johannes Rebmann, een Duitse zendingspionier in Afrika” (28-06-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be