petitfour
- pe·tit·four
- van Frans petit-four (letterlijk 'kleine oven'), in de schrijfwijze met koppelteken aangetroffen vanaf 1916 (zie petit-four) en zonder koppelteken, in de betekenis van ‘minigebakje’, voor het eerst aangetroffen vanaf 1930
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | petitfour | petitfours |
verkleinwoord | petitfourtje | petitfourtjes |
de petitfour m
- (voeding) klein gebakje
- petit-four (oude spelling als leenwoord)
1. klein gebakje
- Het woord petitfour staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "petitfour" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Hanina AjaraiJannetje Koelewijn“'Zoals wij zo zijn de meesten'” (10 januari 2009) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Arjen Schreuder“Raddraaiers bij EK zijn gewaarschuwd” (17 februari 2000) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Hermine de Bree (vert.)"Er is geen telefoon....." in: Bredasche Courant , jrg. 140 nr. 63 (15 maart 1930), W. van Bergen, Breda, p. 6 kol. 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be