peste
Niet te verwarren met: peşte |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pes·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pesten |
peste
- aanvoegende wijs van pesten
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
peste v
- (spreektaal) etter
- «Qu 'est-ce que tu fais là, petite peste?»
- Wat doe je daar, kleine etter? [1]
- «Qu 'est-ce que tu fais là, petite peste?»
Verwijzingen
Roemeens
Uitspraak
- IPA: [pe̞ste̞]
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
peste
- over
- «Mai sună-mă peste două zile.»
- Bel me nog eens over twee dagen.
- «Mai sună-mă peste două zile.»
- op
- «Cartea este peste masă.»
- Het boek ligt op de tafel.
- «Cartea este peste masă.»
- over, meer dan
- «Peste 40% dintre votanți nu sunt de acord.»
- Meer dan 40% van de stemmers is het er niet mee eens.
- «Peste 40% dintre votanți nu sunt de acord.»
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- pes·te
enkelvoud | meervoud |
---|---|
peste | pestes |
Zelfstandig naamwoord
peste v
Verwijzingen
- peste in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española