Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·neels·te·kort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personeelstekort personeelstekorten
verkleinwoord personeelstekortje personeelstekortjes

Zelfstandig naamwoord

het personeelstekorto

  1. (economie) tekort aan personeel
    • Nederlandse bedrijven met personeelstekort werven in Spanje [1] 
     De personeelstekorten op luchthaven Schiphol zijn nu ook zichtbaar in de aankomsthallen waar inmiddels grote hoeveelheden koffers liggen die zijn gescheiden van hun eigenaar. Dat komt doordat er ook personeelstekorten zijn bij de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het zogenoemde afhandelen van de koffers.[2]
     De ouderenzorg is met ruim 18 miljard euro per jaar een grote uitgavenpost voor de overheid. De kosten, vergrijzing en personeelstekorten nemen alleen maar toe de komende jaren. Hoe bereiden politieke partijen Nederland daarop voor?[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. www.nrc.nl
  2.   Weblink bron “Na de reizigers hopen nu de koffers zich op op Schiphol” (29 juni 2022), NU.nl
  3.   Weblink bron “In de ouderenzorg moeten 'scherpe keuzes' worden gemaakt” (4 -11-2023), NOS