pelterij
- pel·te·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pelterij | pelterijen |
verkleinwoord |
de pelterij v
- kostbaar bont
- (beroep) pelswerker
- Het woord pelterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pelterij" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ pelterij op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be