• pa·troon·hei·li·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord patroonheilige patroonheiligen
verkleinwoord - -

de patroonheiligem

  1. een beschermheilige

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/10/30/dieren-tervuren/ #: De laatste zondag van oktober eert Tervuren naar jaarlijkse gewoonte Sint-Hubertus, de patroonheilige van de jacht.[1]