pasgehuwd
- pas·ge·huwd
- samenstelling van pas en gehuwd
stellend | |
---|---|
onverbogen | pasgehuwd |
verbogen | pasgehuwde |
partitief | pasgehuwds |
pasgehuwd
- nog maar zeer korte tijd getrouwd
- Het woord 'pasgehuwd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.