Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·wa·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parwabos parwabossen
verkleinwoord parwabosje parwabosjes

Zelfstandig naamwoord

het parwaboso

  1. (plantkunde) verzameling van zwarte mangrovebomen, terrein met parwabomen
     In Suriname zijn Parwabossen erg belangrijk voor de stabilisering van een erg dynamische kust. In Saramacca is er bijvoorbeeld in de periode 1948-1992 80 km2 door aanslibbing bijgekomen, maar in Coronie eenzelfde hoeveelheid land afgekalfd. Als modderbanken hoog genoeg opslibben kan zich daar parwabos vestigen.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. parwabos op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Zwarte mangrove” (geraadpleegd 9 september 2021), Wikipedia