• par·keer·munt
enkelvoud meervoud
naamwoord parkeermunt parkeermunten
verkleinwoord parkeermuntje parkeermuntjes

de parkeermuntm

  1. een die het recht geeft ergens met een auto te parkeren; munt die je in een parkeerautomaat kunt gebruiken
    • Het bezwaar dat het weigeren van parkeermunten zich niet verdraagt met de invoering van de euro als internationaal betaalmiddel, werd zelfs niet een vraag aan het Europese Hof voor Justitie waardig bevonden. [1] 
    • Wij waren dit weekeinde in Hellendoorn, omgedoopt tot Heksendoorn. Sfeervol aangekleed met skeletten, pompoenen en spinnenwebben. De kassaheks had het toveren aardig onder de knie, want de beurs was flink lichter na vier entreekaartjes en een parkeermunt en toen moesten we nog wat eten & drinken. Geen wonder dat modale gezinnen steeds meer in de schuld komen. Het is allemaal niet meer te betalen. Maar goed dat is een hele andere blog. [2] 


  1. NRC Frank Kuitenbrouwer 8 juli 2008 Digitale wetten
  2. De Telegraaf 20 feb. 2014 Halloween